e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuurtafel tafel: tǭfǝl (Leopoldsburg) Het beweeglijke, glijdende deel van de bandschuurmachine waarop het te schuren werkstuk gelegd wordt. Zie ook afb. 62. [N 53, 149d] II-12
schuurtje kot: kot (Leopoldsburg) Een eenvoudig gebouwtje achter het woonhuis dat tot bergplaats van gereedschappen of iets dergelijks dient (kot, schop, schuurtje, stal) [N 79 (1979)] III-2-1
sculpteren sculpteren: skøltǝrǝ (Leopoldsburg) Met behulp van een beeldhouwersbeitel of -guts beeldhouwerk op meubels aanbrengen. [N 53, 47a; monogr.] II-12
sering jasmijn: 4x  jasmijn (Leopoldsburg, ... ), jozemijn: Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  sjuzemien (Leopoldsburg), kruidnagel: -  kruidnagel (Leopoldsburg, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  kruidnagel (Leopoldsburg), lilas (fr.): Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  lilas (Leopoldsburg), meibloem: -  meibloem (Leopoldsburg, ... ), Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022  maiblom (Leopoldsburg) sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)] I-7, III-4-3
servies servies: servies (Leopoldsburg) Bij elkaar horend vaatwerk voor eten en drinken (servies, gleiswerk, breekwerk) [N 79 (1979)] III-2-1
sierkleedje, antimakassar lapje: lappəkə (Leopoldsburg) Gehaakt kleedje of lapje over de rugleuning van stoel of canapé (lapje, kleedje) [N 79 (1979)] III-2-1
sierlijke omslagdoek neusdoek: neusdoek (Leopoldsburg) omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)] III-1-3
sigaar sigaar: sigār (Leopoldsburg) sigaar [ZND 32 (1939)] III-2-3
sigarenpijpje porte-cigarre: port sĭĕgáár (Leopoldsburg) sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)] III-2-3
sint-bavo bamis: bamis (Leopoldsburg) Het feest van St. Bavo (mis) op 1 oktober [Bavo, bamis, bavomis]. [N 88 (1982)] III-3-2