e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijn tevredenheid betuigen meeleven: meeleven (Leopoldsburg) genoegen hebben om het geluk van iemand anders [ergens in gruien, grunselen] [N 85 (1981)] III-1-4
zijn woede luchten stoom aflaten: stoom aflaten (Leopoldsburg) zijn woede proberen kwijt te raken door iets te doen of te zeggen [N 85 (1981)] III-1-4
zijspleet in de overrok rokspleet: rokspleet (Leopoldsburg), roͅksplēt (Leopoldsburg) zijspleet in de overrok waarlangs men bij de zak of tas in de onderrok kan komen [snijdersgat, schreursgat, sjeursloak] [N 24 (1964)] III-1-3
zijwand sponnen: spǫnǝ (Leopoldsburg) Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.] I-13
zijwortel wortels: (m.).  wətəls (Leopoldsburg) (dwars)wortels van een boom [N 27 (1965)] III-4-3
zin (lust) goesting: goesting (Leopoldsburg) het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)] III-1-4
zindelijk proper: proper (Leopoldsburg) zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
zitbank bank: baŋk (Leopoldsburg) op het eind van de bank [ZND 34 (1940)] III-2-1
zitvlak van een broek gat: gat (Leopoldsburg) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zo arm als ... zo arm als job: als job (Leopoldsburg) Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)] III-3-1