e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luchtpijpen loospijpen: lo-as: twee lettergrepen vlgs. de informant.  lo-aspiepe (Leuken) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
lucifer zwegeltje: zwegelkə (Leuken) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] III-2-1
lui lui: luî-j (Leuken) lui III-1-4
luid schreien beuken: bäöke (Leuken), brullen: brulle (Leuken), toeten: toête (Leuken), zumpen: zûmpe (Leuken) hard huilen || hevig huilen || luid huilen III-1-4
luiermand kindskorf: kenskø̜rǝf (Leuken), kindskörf (Leuken) korf; Welke verschillende namen voor verschillende korven kent uw dialect? Geeft u een zo volledig mogelijke opsomming [N 20 (zj)] || Uit witte wissen of buffwissen vervaardigde wasmand voor kinderkleertjes, en dan met name voor luiers. [N 40, 107; N 40, 108; monogr.] II-12, III-2-2
luilak bedpongel: betpôngel (Leuken), lapzwans: lapzwâns (Leuken) grote luierik, nietsnut || luilak III-1-4
lunsschijf schijf: sxīf (Leuken) Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen naaf en luns die de naafbus afsluit zodat er tijdens het rijden geen vet of smeer verloren gaat en er geen vuil de naafbus kan binnendringen. Bij modernere, metalen fabrieksassen werd de lunsschijf vervangen door een metalen, dopvormige moer die op de as wordt geschroefd en met behulp van een luns tegen losdraaien wordt vastgezet. Van der Kloes en Van Helden (pag. 21) noemen dit type naafbus halfpatentbus. [N G, 50b; N 17, 64] II-11
lusten lusten: Lözjen ouch ¯ne appel Ze lözjet neet: ze blieft ¯t niet  löste (Leuken) lusten III-2-3
maag maag: maach (Leuken) maag [maach, maacht] [N 10 (1961)] III-1-1
maaibalk messenbalk: mɛsǝbalǝk (Leuken) De lange arm aan de maaimachine, voorzien van naar voren stekende driehoekige messen. Zie afbeelding 6, nummer 1. [N J, 1b; monogr.] I-3