e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
proberen proberen: perbieëre (Leuken) proberen III-1-4
proeven proeven: preuve (Leuken), Ieërst preuve en dan koupe Hae preuftj ¯m gaer: hij drinkt graag  preuve (Leuken) proeven || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] III-1-1, III-2-3
profielbalken gewelfbalkjes: gǝwø̜lfs˱bɛlǝkskǝs (Leuken) IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.] II-9
proppenschieter schietbuis: ps. invuller twijfelt over het antwoord!  scheetbuis (?) (Leuken) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
pruim kriek: krik (Leuken), pruim: proem (Leuken), reine claude (fr.): mv. naar fr. reine claude  ringelotte (Leuken) pruim || pruim, soort || pruim., soort I-7
pruimen pruimen: Frêns hieët altiêt geproemtj, hae haaj wul zwerte tang, mer nao d¯n tandarts woor noeëts gewaesj en hae haaj wijte stôrref nog al zien tang ¯n Pruumke: gekauwde pruimtabak  proeme (Leuken) pruimen van tabak III-2-3
prutsen fiolen: inein fiejoeële: in elkaar prutsen  fiejoeële (Leuken), fisternllen (rh.): vispernölle (Leuken), inein fispernölle: in elkaar prutsen  fispernölle (Leuken), inein fisternölle: in elkaar prutsen  fisternölle (Leuken), frunniken: frunnike (Leuken), frutselen: frutsele (Leuken), klommelen: klómmele (Leuken), kloten: klooëte (Leuken), pongelen: pôngele (Leuken), prutsen: prusse (Leuken), roffen: róffe (Leuken) islordig werken || klungelen || prullen, zonder succes werken || prutsen || prutsen, klungelen || prutsen, knutselen || zonder veel resultaat werken, prutsen III-1-4
prutser hampelmann (du.): hâmpelemân (Leuken), hannes: hannes (Leuken), hannik: hannik (Leuken), klaas: klaos (Leuken), klommelaar: klómmelaer (Leuken, ... ) onhandige jongen || onhandige vent || onhandige vent, nietsnut || prutser III-1-4
prutswerk hoddelgewerk: hoddelgewêrrek (Leuken), hoddelwerk: hoddelwêrrek (Leuken) knoeiwerk III-1-4
puber aankomend maagdje: aankaomentj maechtje (Leuken) puber (vr.) III-2-2