19671 |
canapé, sofa |
canapè:
kanəpē (L289b Leuken)
|
canapé, soort sofa
III-2-1
|
29989 |
cement |
cement:
sǝmɛ.nt (L289b Leuken),
sǝmɛnt (L289b Leuken)
|
Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.]
II-9
|
21451 |
cent |
cent:
sent (L289b Leuken)
|
cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21539 |
centiem |
centiem:
centiem (L289b Leuken)
|
koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20837 |
cervelaatworst |
saucijs:
Verklw. sesieske
sesies (L289b Leuken)
|
droogworst
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
schedring (L289b Leuken),
sjegrein (L289b Leuken)
|
chagrijn, verdriet || chagrijn, verdriet, hartzeer
III-1-4
|
20821 |
chocolade |
chocolade:
Verklw. sjeklaatje E stök sjeklaat ¯n Sjeklaade letter Sjeklaade pödding Sjeklaate bieësjes
sjeklaat (L289b Leuken)
|
chocolade
III-2-3
|
20793 |
citroen |
citroen:
Verklw. setruunke ¯n oetgepörzje setroen met sókker
setroen (L289b Leuken)
|
citroen
III-2-3
|
19823 |
commode, ladenkast |
commode:
koͅmuət (L289b Leuken)
|
commode
III-2-1
|
32598 |
compost |
bamdmest/beemdmest:
bānjtj[mest] (L289b Leuken)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|