e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

Gevonden: 2725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ezelsrug ezelsrug: ēzǝlsrø̜k (Leuken) Een uit metselstenen vervaardigd en aan weerszijden enigszins overstekend, kapvormig bovendeel van een muur. Zie afb. 43. [N 31, 43a; monogr.] II-9
familie familie: femiêlie (Leuken) familie III-2-2
fatsoenlijk ordentelijk: ordêntelik (Leuken) fatsoenlijk III-1-4
fauteuil fauteuil: fōtøͅi̯ (Leuken) fauteuil, gemakkelijke stoel III-2-1
fazant fazant: fezânt (Leuken) fazant III-4-1
fijn droog stof moude: mǫu̯w (Leuken) Fijn droog stof op landwegen. [N 27, 37c] I-8
fijn spinnen fijn spinnen: fīn spenǝ (Leuken) Het spinnen van fijn gesponnen draad. In de regel was dit één- of tweedraads dik. Volgens de informant van Q 98 werd onder ø̄fijn spinnenø̄ verstaan dat het fijne garen ook driedraads dik kon zijn en van de beste kwaliteit wol. [N 34, C1] II-7
fluim fluim: fluu.m (Leuken) fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen uitleggen: oetlège (Leuken) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fluweel, velours fluweel: flǝwiǝl (Leuken), velours: flūr (Leuken) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7