e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mijt afdekken dekken: dękǝ (Leunen) De korenmijt van een dak voorzien. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Bij besteken merkt Goossens in zijn materiaal op: "meer speciaal de grote band om de kop". [N 15, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
miltkuilen miltkuilen: (enk)  meltkul (Leunen), miltskuilen: melskūlǝn (Leunen) Holten in het lijf van een niet fraai gebouwde koe. [N 3A, 146; monogr.] I-11
minderen minderen: mindere (Leunen) minderen [SGV (1914)] III-1-3
minderjarig minderjarig: minderjoarig (Leunen) minderjarig [SGV (1914)] III-2-2
miskraam miskraam: miskraom (Leunen), opslag: òpslág (Leunen) miskraam III-2-2
mismaakt mismaakt: mismakt (Leunen) mismaakt [SGV (1914)] III-1-2
mispel mispel: maespel (Leunen) mispelaar, vrucht III-4-3
mist, nevel (alg.) mist: Note: begrip: hetw./hijw. stofnaam (hetw. = hetwoord - zelfst. nw. te vervangen door het pers. vnw. "het"/ hijw. = hijwoord - zelfst. nw. te vervangen door het pers. vnw. "hij").  mist (Leunen), moek: (dit is een synoniem voor mist). Note: begrip: hijw. stofnaam (hijw. = hijwoord - zelfst. nw. te vervangen door het pers. vnw. "hij").  moek (Leunen), mot: (dit is een variant van moek). Note: begrip: hijw. stofnaam (hijw. = hijwoord - zelfst. nw. te vervangen door het pers. vnw. "hij").  mot (Leunen) mist, nevel III-4-4
misten, nevelig zijn moeken: moeke (Leunen) misten III-4-4
moe moe: muj (Leunen) moe [SGV (1914)] III-1-2