e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vorstpan vorstpan: vorstpan (Leunen), vǫrstpan (Leunen) Halfronde pan waarmee de nokken en hoekkepers van het dak worden bedekt; ook de soortgelijke pan voor de afdichting van de nok of de naden van het dakschild van een rieten dak. Vorstpannen worden met spijkers op de dakruiters vastgezet en met specie aan elkaar bevestigd. In Q 77b werd niet met vorstpannen gewerkt. Men smeerde daar de nok van het dak in met cement. Het woordtype broekstuk (L 290, L 372) duidt een pan aan die de verbinding vormt tussen de vorstpannen en de pannen die over de naden van het dakschild worden gelegd. [N 32, 45b; N 32, 45c; N 4A, 34a; N 4A, 34c; N F, 8] II-8
vorstvrij vorstvrij: vaorstvreej (Leunen), vaorsvreej (Leunen) beschermd tegen temperaturen onder de 0 graden III-4-4
vos vos: vos (Leunen) vos III-4-2
vouw vouw: vaje (Leunen), vouw (Leunen) vouw [SGV (1914)] || vouwen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
vouwen vouwen: vaje (Leunen), vouwe (Leunen) vouwen (mv) [SGV (1914)] || vouwen (ww) [SGV (1914)] III-1-2
vragen vragen: vroage (Leunen) vragen [SGV (1914)] III-3-1
vreemde (man) vreemde man: enne vrimde man (Leunen) vreemde [een ~ man] [SGV (1914)] III-3-1
vreugde vreugde: vreugde (Leunen) vreugde [SGV (1914)] III-1-4
vriend vriend: enne trouwe vriend (Leunen), vriend (Leunen) trouwe [een ~ vriend] [SGV (1914)] || vriend [SGV (1914)] III-3-1
vriesweer vriesweer: vriēswaer (Leunen) vriesweer III-4-4