e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstriem zeel: zēǝl (Leunen) I-10
borstwering borstwerk: bǫrstwęrǝk (Leunen), leuning: lø̄neŋ (Leunen) Het 70 tot 100 cm hoge, gemetselde bovenstuk tussen zoldervloer en dak. Zie ook afb. 49a. [N 31, 34e; N 54, 155] || Leuning in de vorm van een plank die op ongeveer 1 meter hoogte boven de steigervloer aan de binnenkant van de staanders wordt bevestigd. Zie ook afb. 18. [N 32, 3f; monogr.] II-9
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt bles: blęs (Leunen) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9
bot bot: bǫt (Leunen) Gezegd van één of meer molenstenen. [N O, 34m; Vds 197; Jan 177; Coe 158; Grof 191] II-3
boter botter: botǝr (Leunen) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boterham boterham: enne ángekleejden bòttrám: een belegde boterham Ennen bóttrám mit tevreejenheid Groeëte bòttrámme klaen kunne make: een grote mond hebben maar niks presteren  bòttrám (Leunen) boterham III-2-3
boterham (kinderwoord) bam: bám (Leunen) kinderwoord voor een boterham III-2-3
boterham met vet smoutboterham: smâltbòtterhám (Leunen) brood met alleen wat vet als beleg III-2-3
boterham van wit en zwart brood boxmeerse boterham: bòksmérsen bòttrám (Leunen) twee gesneden witbrood met één snee roggebrood er tussen en beleg III-2-3
boterhamworst boterhammenworst: bòttrámmewaorst (Leunen) boterhamworst III-2-3