| 34504 |
broedende kip op eieren |
kloek:
kluk (L211p Leunen)
|
[N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.]
I-12
|
| 20216 |
broeder |
broeder:
bruur (L211p Leunen)
|
broeder [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 23317 |
broederschap |
broederschap:
broederschap (L211p Leunen)
|
broederschap [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 34502 |
broeds |
kloeks:
kluks (L211p Leunen)
|
Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.]
I-12
|
| 33614 |
broeibak |
broeibak:
broeibak (L211p Leunen)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
| 25388 |
broeien |
broeien:
broeien (L211p Leunen),
brø̜jǝn (L211p Leunen)
|
Het door warmte gecombineerd met vocht bederven van het meel. [N O, 39g] || Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.]
II-1, II-3
|
| 18197 |
broek: algemeen |
boks:
bŏŏks (L211p Leunen)
|
broek (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3
|
| 24913 |
broekland, moeras |
moeras:
møͅrás (L211p Leunen),
zomp:
(verkleinwoord: zeumpke; meervoud: zeump).
zoomp (L211p Leunen),
Opm. dit is J.V. (betekent jonger Venrays - is een nieuwere Venrayse benaming).
zòmp (L211p Leunen)
|
moeras [DC 02 (1932)] || moerasland, drassig land
III-4-4
|
| 20335 |
broer |
broeder:
bruujer (L211p Leunen),
broer:
bruur (L211p Leunen, ...
L211p Leunen,
L211p Leunen),
bruūr (L211p Leunen)
|
broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broer [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
| 24307 |
brommen, zoemen van een insect |
brommen:
brŏŏmme (L211p Leunen)
|
brommen [SGV (1914)]
III-4-2
|