e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driekleurig viooltje viooltje: viola odorata  fiäölke (Leunen) viooltje III-4-3
drieklezoor (een) drie-/drijkwart: drikwart (Leunen) Driekwart deel van een metselsteen. De term drieklezoor kan volgens Coopman (pag. 34) ook worden gebruikt voor een stuk metselsteen dat de volle breedte maar slechts de helft van de lengte heeft. De drieklezoor wordt daarom ook wel halve steen genoemd. [N 31, 19b; monogr.] II-8
dries dries: dris (Leunen) In onder andere de vragen N 14, 55 en L 19b, 3a is gevraagd naar de betekenis van dries. De antwoorden verschillen nogal van elkaar. De ene informant zegt dat dries een ø̄niet omheinde weiø̄ is, volgens de andere is dries een ø̄omheind stuk weilandø̄. De een noemt dries ø̄droge hoge weideø̄, de ander een ø̄laag stuk weilandø̄. Het kenmerk ø̄braakliggendø̄ scoort het hoogst. ø̄Met gras begroeidø̄ en ø̄onvruchtbareø̄ of ø̄minderwaardige grondø̄ zijn de daaropvolgende meest genoemde kenmerken. Op grond hiervan zou men dries als volgt kunnen defini√´ren: ø̄onvruchtbare, met gras begroeide grond die enige jaren braak ligt, voordat men ze bewerktø̄. Intussen kan men er wel schapen laten grazen. Van Dale (11de druk, blz. 661 s.v. dries) geeft als de eerste twee betekenissen ø̄braakliggende akkerø̄ en ø̄verarmd bouwland dat als (schapen)weide gebruikt wordtø̄. [N 14, 55; N 14, 52; N 14, 50a; N 14, 50b; N 6, 33b; L 19b, 3a; L 19b, 2aI; A 10, 4; Wi 15; RND 20; monogr.] I-8
driespeen driedeem: drii̯dēm (Leunen) Koeuier die slechts uit drie kwartieren melk geeft. Het is niet altijd goed aan te geven of de benamingen duiden op de koeuier met deze afwijking of op de koe met een dergelijke koeuier. [N 3A, 66] I-11
driftig driftig: driftig (Leunen), giftig: gifteg (Leunen) driftig [SGV (1914)] || kwaad, woedend, driftig III-1-4
drijftol drijftol: driefdöl (Leunen), drieftöl (Leunen) drijftol [SGV (1914)] || tol (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
drinken drinken: drinke (Leunen), Waor r veul zinge már ieëne dreenkt, kunde baeter nie zien vur de gezelleghejd: In een café is het gwezelliger dan in de kerk Wie âltied dreenkt, pruËft nie, wie noeët dreenkt, pröt âltied  dreenke (Leunen), kleppen: kleppe (Leunen) drinken [DC 03 (1934)] || drinken van alkohol, speciaal van bier III-2-3
drinken bij de zeug liggen aan de zog: legǝn an dǝ zox (Leunen) Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a] I-12
drinkglas glas: enne störm ien \'n glas water: drukt om niets \'n Glaeske òpziene tied zörgt da\'che gezoonder ziet: matig gebruik van alkohol bevordert de gezondheid  glas (Leunen) drinkglas III-2-1
drinkglas met voet roemer: Vat m j \'s enne wienruuëmer uut de kâstfundamenten, kelder, muren, vloeren en dak gereed voor verdere afwerking De rowbow laote we do‰n, már de rest doen we aeges  ruuëmer (Leunen), schopje: Doet mij már \'n schöpke bi‰r  schöpke (Leunen) groot wijnglas || klein kelkvormig glas met een voetje III-2-1