e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getuigen getuigen: getuge (Leunen) getuigen [SGV (1914)] III-3-1
gevaarlijk gevaarlijk: gevaorlek (Leunen) gevaarlijk III-1-4
gevangenis gevangenis: gevangenis (Leunen) gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
gevel gevel: Enne schönne gevel hit ok plekke: er is niets volmaakt  gevel (Leunen) gevel, voorkant van een huis III-2-1
geven geven: gève (Leunen) geven [SGV (1914)] III-1-2
gevoelig gevoelig: gevuleg (Leunen) gevoelig III-1-4
gevoelig (zijn) gevoelig: gevulig (Leunen) gevoelig [SGV (1914)] III-1-1
gewas gewas: gǝwas (Leunen) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
gewelf gewelf: gǝwø̜lǝf (Leunen), gewelfsel: gǝwølǝfsǝl (Leunen), verwelf: vǝrwølǝf (Leunen) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewone spurrie spurrie: spøri (Leunen) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5