19102 |
goedheid |
goedigheid:
goejeghejd (L211p Leunen)
|
goedaardigheid, goedheid
III-1-4
|
21326 |
goedkoop |
goedkoop:
goeiekŏŏep (L211p Leunen)
|
goedkoop [SGV (1914)]
III-3-1
|
18954 |
goedzak |
goede bluts:
goejen bluts (L211p Leunen),
goedzak:
goedzak (L211p Leunen),
lobbes:
löbbes (L211p Leunen)
|
fig. goedbloed, goedzak || goedzak [SGV (1914)] || goedzak, goedaardig wezen
III-1-4
|
17903 |
gooien |
gieten:
giete (L211p Leunen),
smijten:
smiete (L211p Leunen)
|
werpen [SGV (1914)]
III-1-2
|
19570 |
gootsteen |
gootsteen:
gutstieën (L211p Leunen),
gòtstieën (L211p Leunen),
pompensteen:
poompestieën (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
spoelsteen:
spuulstieën (L211p Leunen)
|
aanrecht met bak || aanrecht met bak en afvoer || gootsteen
III-2-1
|
20608 |
gortpap |
grutjespap:
grötjespáp (L211p Leunen)
|
gortepap
III-2-3
|
24411 |
gouden tor |
goudsmid:
chrysomelidae
gaoldsmid (L211p Leunen)
|
loopkever, gouden —
III-4-2
|
20051 |
goudenregen (laburnum anagyroides med.) |
goudenregen:
cytisus laburnum
gaolde raegen (L211p Leunen)
|
gouden regen
III-2-1
|
33491 |
goudrenet |
bellenbos:
soort goudrenet "schone van boskoop
bellenbos (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
goudrenet:
gaoldrenet (L211p Leunen)
|
appel, soort || goudrenet
I-7
|
20071 |
goudsbloem |
goudsbloem:
calendula officinalis
gaoldsbloem (L211p Leunen)
|
Goudsbloem (calendula officinalis). Grote oranjekleurige bloemen. Bijna alle vruchten zijn sikkelvormig gekromd. Gekweekt, ook in blekere kleuren en vaak verwilderd. Bloeitijd van mei tot november (gauwbloem, goudbloem, dodbloem).
III-2-1
|