e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leveroy

Overzicht

Gevonden: 489

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gezicht (spotnamen) apensnuit: apesnoet (Leveroy), apentoet: apetoet (Leveroy) gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
gezwel zweer: zwèèr (Leveroy) gezwel [bel] [N 10 (1961)] III-1-2
giechelen giebelen: giebere (Leveroy) giechelen [giebelen, schiertse] [N 10a (1961)] III-1-4
gracht graaf: graaf (Leveroy) gracht [DC 02 (1932)] III-3-1
grasmus gras-strts: grāstrø͂ͅts (Leveroy), grasteut: (grās)tøͅt (Leveroy), strts: streuts (Leveroy) grasmus || Hoe heet de grasmusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
graspieper grasleeuwerik: graaslîêwerik (Leveroy), graspiepertje: graaspieperke (Leveroy) graspieper III-4-1
grauwe klauwier moordegest: moortaegest (Leveroy) grauwe klauwier III-4-1
grauwe vliegenvanger spinmusje: spinmöske (Leveroy), spinnenjager: volksetym. spinnenjager is een ragebol  spinnejaeger (Leveroy), vliegenvanger: vlēgəvenger (Leveroy), vliegenvangertje: vlegenvengerke (Leveroy, ... ) grauwe vliegenvanger || Hoe heet de grauwe vliegenvanger? [DC 06 (1938)] III-4-1
grijns grijns: grijns (Leveroy) grijns [grijnst] [N 10 (1961)] III-1-4
grijpen naar pakken: get prebere te pakke (Leveroy), pakke (Leveroy) grijpen naar iets [naar iets raome] [N 10a (1961)] || reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)] III-1-2