e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leveroy

Overzicht

Gevonden: 489
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoektand hoektand: hooktandj (Leveroy) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoesten hoesten: hooste (Leveroy), kuchen: i.e. droog hoesten.  kuche (Leveroy), uitleggen: i.e. met fluimen.  oetlegge (Leveroy) hoesten [keche, kechelen] [N 10a (1961)] III-1-2
holenduif kleine bosduif: kleine bòsdoef (Leveroy) holenduif III-4-1
hommel hommel: hommel (Leveroy) hommel [DC 09 (1940)] III-4-2
hondenhok hondskooi: hoenjskooj (Leveroy) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1
honger hebben honger hebben: hónger höbbe (Leveroy, ... ), trek hebben: trèk höbbe (Leveroy) honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)] || hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3
hoofd hoofd: huit (Leveroy), kop: kop (Leveroy) [N 10 (1961)]hoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
hoofd (spotnamen) knikker: B.v. eine kale knikker(d).  knikker (Leveroy), moeskop: B.v. eine dieke mooskop.  mooskop (Leveroy) [N 10 (1961)] III-1-1
huid huid: huid (Leveroy) huid [DC 01 (1931)] III-1-1
huidschilfers schellen: sjèlle (Leveroy), schilfers: sjilfers (Leveroy) schilfers op de huid [blusters] [N 10 (1961)] III-1-2