e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leveroy

Overzicht

Gevonden: 489

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cervelaatworst droogworst: drö:egworst (Leveroy) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
damp, stoom zwaam: swaam (Leveroy) damp van kokend water [DC 28 (1956)] III-4-4
darm darm: derm (Leveroy) darm [DC 02 (1932)] III-1-1
de hort op? op tjak: tjak (Leveroy) Uitdrukking voor: veel weg zijn; dikwijls niet thuis wezen (een dergelijke uitdrukking wordt vaak gebruikt van huisvrouwen en is wat afkeurend. Men bedoelt dan: ze hoorde voor het huishouden te zorgen, maar ze is te vaak weg om dat goed te doen) [DC 28 (1956)] III-3-1
de was invochten insprinken: insprinke (Leveroy) het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)] III-2-1
dochter dochter: dochter (Leveroy, ... ), maagdje: mègdje (Leveroy), mègdjə (Leveroy), meidje: mèdje (Leveroy) (dochter;) Hoe wordt de dochter door de ouders aangesproken, als zij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || dochter [DC 03 (1934)] || dochter; (Hoe wordt de dochter door de ouders aangesproken, als zij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] III-2-2
donker, duisterx donker: dònkel (Leveroy), duister: duuster (Leveroy) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
dood (bn.) dood: duod (Leveroy) dood (bijv.) [DC 03 (1934)] III-2-2
doodskleed doodskleed: doeëdskleid (Leveroy), doodskleed (Leveroy) doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] || doodskleren; hadden ze een bijzondere naam? [VC 30 (1964)] III-2-2
door water het lopen met schoeisel aan rondknoeien: rondjkneëje (Leveroy), waden: waaje (Leveroy) lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)] III-1-2