e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limbricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paraplu paraplu: paraplu (Limbricht) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
pas uit het ei gekomen kipje kuiken: kȳkǝ (Limbricht), kuikje: kykskǝ (Limbricht) [N 19, 40b] I-12
pasgeboren kalf nuchter kalf: nøi̯xtǝr [kalf] (Limbricht) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
pastoor pastoor (<lat.): pəsjtu.ər (Limbricht) pastoor [RND] III-3-3
patates frites friet: Syst. WBD  frit (Limbricht) Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)] III-2-3
pater pater (lat.): pa.tər (Limbricht) pater [RND] III-3-3
patrijs patrijs: patries (Limbricht) patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
peetoom peter: paeter (Limbricht, ... ), peteroom: paetereum (Limbricht) peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante paat: paat (Limbricht) peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2
pennen maken pinnen: penǝ (Limbricht) De pennen van een pen-en-gatverbinding maken met behulp van de pennenmachine. Het hout dat daarvoor gebruikt werd, werd in Venray (L 210) en omgeving nagelenhout (nē̜gǝlhǭlt) genoemd. Zie ook het lemma ɛpen-en-gatverbindingɛ.' [N 53, 231e] II-12