e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limmel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weduwe wedevrouw: wedevrouw (Limmel) weduwe [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar wedeman: wedeman (Limmel) weduwnaar [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: sjtŏf (Limmel) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weelde weelde: wêlde (Limmel) weelde [SGV (1914)] III-3-1
weersgesteldheid weer: wêr (Limmel) weer [SGV (1914)] III-4-4
weerwolf weerwolf: wêrwouf (Limmel) weerwolf [SGV (1914)] III-3-3
wees wees: weis (Limmel) wees [SGV (1914)] III-2-2
wei wei: węi̯ (Limmel, ... ) Dunne, zoete vloeistof die, na de afscheiding van de kaasstof, van de melk overblijft. [L 27, 30 en 31; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 7, 15, 27 en 28; L 2, 7; A 9, 15a en 15b; S 15; Ge 22, 65 en 128; monogr.] || In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.] I-11, I-8
wenkbrauw wenk: winke (Limmel) wenkbrauw [SGV (1914)] III-1-1
wensen wensen: winsje (Limmel) wenschen [SGV (1914)] III-1-4