e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limmel

Overzicht

Gevonden: 1344
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
karakter (aard) karakter: karakter (Limmel, ... ) aard (karakter) [SGV (1914)] || karakter [SGV (1914)] III-1-4
karnen draaien: draaien (Limmel) Het op en neer bewegen van de vetdeeltjes in de melk of room, zodat deze zich aan elkaar hechten en op die manier boter vormen. Boter maken. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [S 17; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; L 27, 68; A 7, 23; A 28, 7; Ge 22, 8; Vld.; monogr.; add. uit N 12; A 16; S] I-11
karper karp: kĕrp (Limmel) karper [SGV (1914)] III-4-2
kast kast: kas (Limmel) kast [SGV (1914)] III-2-1
kat kat: kat (Limmel) kat [SGV (1914)] III-2-1
katholiek katholiek (<fr.): katteliek (Limmel) katholiek [SGV (1914)] III-3-3
katoen katoen: katūn (Limmel) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
keel, strot strot: sjtroot (Limmel) strot [SGV (1914)] III-1-1
kennen kennen: kinne (Limmel) kennen [SGV (1914)] III-1-4
kerel kerel: kêrel (Limmel) kerel [SGV (1914)] III-3-1