e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linkhout

Overzicht

Gevonden: 2305
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huilen (van droefheid) kweken: hieje kwekde van mesere (Linkhout) Hij huilde (weende, schreide) van droefheid [ZND 44 (1946)] III-1-4
huis, woning huis: hø͂ͅs (Linkhout) huis [ZND 01 (1922)] III-2-1
huisakker geleg: gǝlēx (Linkhout) Aan het erf grenzende akkergrond. [N 5AøIIŋ, 76d en 76e; N 6, 33a; A 10, 3 en 4; JG 1b, add.; L 19b, 1a; monogr.] I-8
huishouden huishouden: høͅi̯shau̯ən (Linkhout) Wat een armzalig huishouden [ZND 32 (1939)] III-2-1
huismus, mus mus: mus (Linkhout), mys (Linkhout) mus [ZND 01 (1922)], [ZND 14 (1930)] III-4-1
huisweide dries: dreͅi̯s (Linkhout), groes: groͅu̯s (Linkhout) I-7
iemands overlijden aanzeggen geburen bidden: znd 32, 71;  geburen beeën (Linkhout) de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)] III-2-2
ijken ijken: ikken (Linkhout) De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)] III-3-1
ijsnagels ijsnagels: ijsnagels (Linkhout) Hoefnagels in verschillende lengtes, voorzien van beitel- of wigvormige kop, waarmee bij gladheid het hoefijzer wordt vastgezet. Zie ook afb. 234. De ijsnagel is slechts geschikt voor kortstondig gebruik. Bij langere periodes van gladheid wordt het hoefijzer voorzien van al dan niet uitneembare kalkoenen. Zie ook de toelichting bij dat lemma. Zie voor het woordtype ɛijsnagelɛ ook Limburgs Idioticon s.v. ijsnagel: "Bijzonder slach van nagels waar men de peerden meê scherp zet in den winter. Geh. Beringen."' [N 33, 367b; N 33, 371; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; monogr.] II-11
ijspegel ijskegel: eͅskēgəls (mv.) (Linkhout), ijskeigel (Linkhout), ijskegeltje: Opm. ij = ai.  ijskegelke (Linkhout), ijspin: eͅspenə (mv.) (Linkhout), ijspin (Linkhout), ijspinnetje: ijspinneke (Linkhout) ijskegel [ZND 36 (1941)] || ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4