24556 |
jeneverbes |
jeneverbes:
šnēvərbes (L376p Linne)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
18041 |
jeuk |
jeuk:
jeu.k (L376p Linne)
|
jeuk [N 07 (1961)]
III-1-2
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
joŋk (L376p Linne),
jŏnk (L376p Linne),
klein beestje:
klein bestje (L376p Linne)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || klein beestje [DC 37 (1964)]
I-11, III-4-2
|
34448 |
jonge geit |
lammetje:
lɛmkǝ (L376p Linne)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pø̜l (L376p Linne)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
20159 |
jongen |
jong:
jong (L376p Linne)
|
jongen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
jong:
jong (L376p Linne)
|
Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
aanstaande:
aanstaonjde (L376p Linne)
|
Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20334 |
jongste kind |
benjamin:
benjamin (L376p Linne),
jongste:
jongste (L376p Linne),
scharrelingetje:
scharrelingske (L376p Linne)
|
Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] || Wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)]
III-2-2
|
18192 |
jurk |
kleed:
weer zollen det kleid ganz motten lostroachelen veur weer het konne verangere (L376p Linne)
|
Jurk. We zullen die jurk helemaal moeten lostornen voor we ’m kunnen veranderen. [DC 39 (1965)]
III-1-3
|