e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ingieten (met geluid) klatsen: klatse (Loksbergen), kletsen: klètsə (Loksbergen) gieten: Met een zeker geluid water ergens in gieten (patten). [N 84 (1981)] || Met een zeker geluid water ergens in gieten (spetteren, klotsen, klateren, spatten, plonsen) [N 108 (2001)] III-1-2
ingrijpen dertussen gaan: tər tussə gòin (Loksbergen) met gezag en kracht tussenbeide komen [roffen, ingrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4
inhalen voorsteken: vø̄rstē̜kǝ (Loksbergen) Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b] I-10
inham insprong: insprónk (Loksbergen) inham, in het land inspringend gedeelte van een zee, meer of riveri [inpamp] [N 81 (1980)] III-4-4
inkappen, eerste slagen maken met de zicht pikken: pekǝ (Loksbergen) De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f] I-4
inkeping op de maatstok kerf: kɛrf (Loksbergen) Bij de meeste klompenmakers was de maatstok ook voorzien van markeringen die de maat van kinder-, vrouwen- en mannenklompen aangaven. In Meeswijk (L 424) was een steek ongeveer 2 cm. [N 97, 67; Bakeman 8; monogr.] II-12
inkt inkt: ink (Loksbergen) inkt [ZND m] III-3-1
inkuilen op een hoop doen: ǫp nǝn hūp dun (Loksbergen) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
inleggen (in een voor) inleggen: enlęgǝ (Loksbergen) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inlopen inlopen: enluwǝpǝ (Loksbergen) Het korter worden van het touw dan de lengte van het garen ten gevolge van de windingen. [N 48, 56] II-7