22496 |
meetje steken |
schreef kappen:
schrijf kappe (P047p Loksbergen)
|
Het spel waarbij men centen werpt in een bepaald vak [meetje steken, mitjezzen, flikken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
28868 |
meetlint |
lintmeter:
lentmęjtǝr (P047p Loksbergen)
|
Een oprolbaar ± 150 cm lang meetlint, vervaardigd van linnen en inwendig van koperdraad voorzien om het rekken of krimpen tegen te gaan (Gerritse, pag. 21). Zie afb. 2. [N 59, 2; N 62, 69]
II-7
|
21882 |
meevaller |
chance (fr.):
schàns (P047p Loksbergen)
|
een voordeel dat bij toeval verkregen wordt [trek, roef, roefel, brentje, hasard, bijval] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22458 |
mei |
mei:
meesteken (P047p Loksbergen)
|
De tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22452 |
meiboom |
meiboom:
mijboem (P047p Loksbergen)
|
De omstreeks 1 mei op het dorpsplein opgerichte boom die, met linten en kransen versierd, het middelpunt van allerlei volksvermaken vormde [meiboom]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33337 |
meid, dienstmeid |
maagd:
mǭǝt (P047p Loksbergen),
meisje:
mɛ̄sǝ (P047p Loksbergen)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24582 |
meidoorn |
acadiadoorn:
zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd
accadiadönen (P047p Loksbergen),
haagdoorn:
zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd
haagdönen (P047p Loksbergen)
|
haag- of meidoorn, met rode bloemen [ZND 24 (1937)] || haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)]
III-4-3
|
24331 |
meikever |
mulder:
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
møͅldər (P047p Loksbergen),
predikant:
prittəkànt (P047p Loksbergen),
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
pittekant (P047p Loksbergen)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
21699 |
meineed |
meineed:
méénīējət (P047p Loksbergen)
|
een valse eed, meineed [N 96D (1989)]
III-3-1
|
20366 |
meisje met wie een jongen verkering heeft |
lief:
līēf (P047p Loksbergen),
meisje:
məskə (P047p Loksbergen)
|
het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|