e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onkuisaard smeerlap: smierlap (Loksbergen) Onkuisaard, viezerik op sexueel gebied [smeerlap, vieze beest, vieze fannie]. [N 96D (1989)] III-3-3
onkuisheid mottig doen (ww.): mottəg dōēn (Loksbergen) Onkuisheid, onzuiverheid, ontuchtigheid [beesterij, zwijnerij]. [N 96D (1989)] III-3-3
onnozel lomp: iet lŏĕmp (Loksbergen) iemand die ontzettend dom is [nienop] [N 85 (1981)] III-1-4
onnozel persoon aap: ààp (Loksbergen), arm schaap: èrm schoop (Loksbergen), kieken: kiekə (Loksbergen), tut: tut (Loksbergen), uil: əəl (Loksbergen) een ezelachtig persoon, een zeer dom iemand [nienop, carnichon, loep, zebedeus, uil, uilskuiken, aap, sufferd] [N 85 (1981)] || een onozel persoon [stumper, bleuter] [N 85 (1981)] || niet helder van geest, zwak van geest [dutselachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
onnozele-kinderendag onnozele-kinderen: onnūūzelekingers (Loksbergen) 28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] III-3-2
onrijp groen: grŭŭn (Loksbergen, ... ) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] III-2-3
onrijp, onvolgroeid groen: grŭŭn (Loksbergen, ... ) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] I-7
onrustig ongedurig: ongədūūrəg (Loksbergen) geen rust hebben [N 85 (1981)] III-1-4
onrustig persoon ongedurige, een -: ongədūūrəgə (Loksbergen) een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)] III-1-4
onschuldig onnozel: ònūūzəl (Loksbergen) zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)] III-1-4