e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaduw, lommer lommer: lŏĕmmər (Loksbergen) schaduw (lommer) [RND] III-4-4
schaft schofttijd: sxǫfttēt (Loksbergen) Werkpauze van de arbeiders in de steen- en pannenbakkerijen om de maaltijd te gebruiken. [N 98, 10; monogr.] II-8
schaften schoften: schòftə (Loksbergen), sxǫftǝ (Loksbergen) Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] || Werkpauze houden om de maaltijd te gebruiken. In Q 83 had men geen vaste tijd om te schaften. Men zei daar: ze eten op hun uur (z\ ē̜t\n ǫp hø ̞n ū.r). [N 98, 9; monogr.] II-8, III-3-1
schafttijd vier uren: vir yərə (Loksbergen) schafttijd [RND] III-3-1
schande schande: schàn (Loksbergen), ⁄t es ⁄n schan (Loksbergen) Schande [scha.nd]. [N 96D (1989)] || t Is een schande. [ZND 06 (1924)] III-3-3
schapenboer schaapsboer: sxōǝbzbū.r (Loksbergen  [(uitgestorven)]  ) Landbouwer wiens voornaamste bedrijfstak de schapenkweek is. [JG 1a, 1b] I-12
schatten puizen: puizə (Loksbergen) het gewicht van iets schatten [koersen, prijzen] [N 89 (1982)] III-3-1
schede foens: fòins (Loksbergen), gat: gàt (Loksbergen), kut: Ondeftig.  kut (Loksbergen), lijf: lééf (Loksbergen), poes: Ondeftig.  pòis (Loksbergen), prut: Ondeftig.  prut (Loksbergen), slot: slot (Loksbergen) Schede: het buisvormige deel van de vrouwelijke geslachtsorganen dat toegang verleent tot de baarmoederhals, vagina (slot, foeter, keet, schede). [N 84 (1981)] III-1-1
schede van de koe lijf: lɛ̄f (Loksbergen) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11
scheef, niet recht scheef: schīējəf (Loksbergen), schuins: schəns (Loksbergen) van de rechte richting afwijkend, niet recht of niet rechthoekig [scheef, noers, noes, slim, scheel, schieps, schuins, schiks, schoeks] [N 91 (1982)] III-4-4