e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tornen losdoen: lǫsdūn (Loksbergen), peuteren: pø̜jtǝrǝ (Loksbergen) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
tortelduif tortelduif: tortəldø͂ͅf (Loksbergen, ... ) tortelduif [ZND 08 (1925)] || Tortelduif. [ZND 08 (1925)] III-3-2, III-4-1
touwslaan drij strengen zetten: drē̜ streŋǝ zętǝ (Loksbergen) Het in elkaar draaien van strengen uit spingaren of spindraden door middel van vaststaande draaitoestellen en beweegbare toestellen, die dus kunnen meekomen als de streng korter wordt. Zie afb. 76 en 77. [N 48, 58; N 48, 59] II-7
touwslager zeeldraaier: zi-jǝldruwǝr (Loksbergen) Persoon die op ambachtelijke wijze touwen maakt. [N 48, 1; monogr.] II-7
touwslagerij zeeldraaierij: zi-jǝldrǭwǝrē̜ (Loksbergen) Bedrijf waar men op ambachtelijke wijze touwen maakt, het bedrijf van de touwslager. De touwslagerij beslaat een langwerpig, al of niet overdekt, terrein met de daarop aanwezige werktuigen, bestemd voor het vervaardigen van touw. Die langwerpige baan - de lengte is afhankelijk van de lengte van het te maken touw - wordt ook wel de lijnbaan, touwbaan of spinbaan genoemd. [N 48, 5] II-7
touwslagersslede wagel: wāgǝl (Loksbergen) Een met stenen verzwaard wagentje of een plank met voor twee wielen of een verzwaard plankje dat over de grond sleept of een slee met kruiwagenmodel. Het door de draaiing korter wordende touw trekt het toestel langzaam voort, waardoor het nodige tegengewicht wordt gegeven. Volgens de informant van L 265c gebruikt men als slede een kruiwagen met in het voorste schot een gat met een draaier met haak. Deze kruiwagen kan men verzwaren. Zie afb. 80. [N 48, 68a; N 48, 68b; N 48, 68c; N 48, 68d] II-7
traag langzaam: làmlèndəg (Loksbergen) niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)] III-1-4
traag praten temmelen: tèmələ (Loksbergen) traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)] III-3-1
trage vrouw tafelmie: tàfəlmie (Loksbergen), tafeltrees: tàfəltrijs (Loksbergen) een domme trage vrouw [sarut, sara] [N 85 (1981)] III-1-4
traktatie van de bruidegom (kwansel) ton: eejen ton giejeve (Loksbergen) De tractatie van de bruidegom aan de jongelingen in zijn buurt [kwansel]. [N 88 (1982)] III-3-2