23338 |
ziel |
ziel:
ziel (P047p Loksbergen)
|
De ziel [zieël, zie.l, zeel]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23617 |
zielboek |
zwart boek:
zwèttə boek (P047p Loksbergen)
|
Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17783 |
zien, kijken |
zien:
zīn (P047p Loksbergen)
|
zien [RND]
III-1-1
|
23427 |
zijaltaar |
zijaltaar:
zeealtaor (P047p Loksbergen),
zēͅaltər (P047p Loksbergen)
|
Op het priesterkoor [zijaltaar?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23354 |
zijbeuk |
zijbeuk:
zēͅb"k (P047p Loksbergen),
zēͅbøykə (P047p Loksbergen)
|
De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)] || Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17644 |
zijde |
zij:
zēͅə (P047p Loksbergen),
zéé (P047p Loksbergen),
zij(de):
zē̜jǝ (P047p Loksbergen),
zē̜ǝ (P047p Loksbergen)
|
Natuurprodukt dat wordt verkregen bij het afwikkelen van de cocons waarmee het zijderupsje zich omhult totdat het zich ontpopt tot vlinder (Morand, pag. 58). Het is de grondstof voor weefsels. [N 62, 79a; N 62, 75c; N 59, 201; L 8, 117; MW; monogr.] || zijde [ZND m] || Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)]
II-7, III-1-1
|
20937 |
zijde spek |
zij:
zēͅ (P047p Loksbergen)
|
zijde spek [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
31273 |
zijhamer |
zijhamel:
zē̜hāmǝl (P047p Loksbergen
[(gebruikt bij het smeden van hakken en spaden)]
)
|
Hamer met platte baan en pen. De steel van deze hamer kan lang of kort zijn. Zie ook afb. 34. In P 219 werd de zijhamer gebruikt om ploegmessen scherp te maken, in K 353 als derde voorhamer. [N 33, 73]
II-11
|
23359 |
zijkapel |
zijkapel:
zēͅkapeͅl (P047p Loksbergen)
|
Elk van beide zijkapellen van een kruiskerk. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34580 |
zijladder |
leer:
līr (P047p Loksbergen)
|
Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.]
I-13
|