e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
garveband band: bānt (Loksbergen  [(mv bān)]  ) In dit lemma zijn de opgaven opgenomen voor het algemene woord voor band om de schoof. In de Nijmeegse vragenlijsten is niet naar de band in het algemeen, maar apart naar de onderste band (N 15, 22a) en naar de bovenste band (N 15, 22b) gevraagd; zie de volgende twee lemma''s. Uit de opgaven voor deze twee vragen zijn hier de woorden voor "band" bijeengezet, te zamen met het materiaal uit de andere bronnen. In de volgende lemma''s komen de specifieke benamingen voor de twee banden ter sprake. In bijna alle gevallen in Belgisch Limburg is ook het meervoud van het type band gegeven; het is dan ook toegevoegd in dit lemma. Bij type writsel werd voor Q 196 en 196a toegevoegd: wrong of knoop aan de band van een garve. In kaart 43 zijn de opgaven opgenomen die betrekking hebben op het aantal banden om de rogge (resp. koren-)schoof en om andere schoven. Het materiaal is aangevuld met dat van Goossens 1963, krt. 31. Zie afbeelding 7, a. [JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit N 15, 22a; A 23, 16; Lu 2, 34.2] I-4
gast gast: gast (Loksbergen) gast [ZND m] III-3-1
gat kot: kǫt (Loksbergen) Gat in een kledingstuk. [N 62, 47; MW] II-7
gat in een kledingstuk kot: kòt (Loksbergen, ... ) gat in een kledingstuk, bijv. een kous [N 86 (1981)] || Hoe noemt U een gat in kleding? [N 62 (1973)] III-1-3
gat, opening gat: (hol, achterste).  gat (Loksbergen) gat [ZND 01 (1922)] III-4-4
gebed gebed: gəbèd (Loksbergen) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeden gebeden: gəbēējə (Loksbergen) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeier gebimbam: gebimbam (Loksbergen) Het gelui, het gebeier van de klok(ken). [N 96A (1989)] III-3-3
gebit gebit: gǝbet (Loksbergen) Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] I-9
geboortefeest doopfeest: doepfiejest (Loksbergen) Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)] III-3-2