22488 |
geboortefeest: doopsuiker |
doopsuiker:
doopsuikər (P047p Loksbergen),
kakkeboontjes:
kakkəboinkəs (P047p Loksbergen)
|
De feestelijke koffiemaaltijd die de kraamvrouw na de kerkgang thuis hield met de vrouwen uit de buurt [kindjeskoffie, kindjeskermis?]. [N 96B (1989)]
III-3-2
|
20182 |
geboren worden |
komen:
kaumə (P047p Loksbergen)
|
Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21320 |
gebrekkig spreken |
stamelen:
stàmələ (P047p Loksbergen),
stotteren:
stòtərə (P047p Loksbergen)
|
gebrekkig spreken [hakkelen, tottelen, stamelen, touwen, tatewalen, totteren, stotteren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22436 |
gebruik |
gewoonte:
gewoe-inte (P047p Loksbergen),
gewointe (P047p Loksbergen)
|
Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] || Een wijze van doen die in meer of minder ruime kring in zwang is [gebruik, gewoonte, gewente, zwang, geplogenheid]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21492 |
geburen |
geburen:
gəbūūrə (P047p Loksbergen)
|
alle buren samen [geburen, gebuur] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19248 |
gedenken; gedachtenis |
peinzen:
pèèze (P047p Loksbergen)
|
terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24000 |
gedoopt worden |
gedoopt worden:
gedôêpt wəodə (P047p Loksbergen)
|
Gedoopt worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19256 |
gedupeerd |
gepluimd:
gəpləmt (P047p Loksbergen)
|
veel nadeel of hinder van een of andere daad of woorden ondervindend [gezien, geleverd, gepluimd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23666 |
gedurige aanbidding |
gedurige aanbidding:
gəduurigə enbidding (P047p Loksbergen)
|
Altijddurende/gedurige aanbidding van het Sacrament des Altaars. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18916 |
gedwee |
content:
kontènt zén (P047p Loksbergen)
|
blijken van onderworpenheid tonend, zonder nadenken opdrachten uitvoerend [gewillig, braaf, gedwee, gemakkelijk, goed, zacht] [N 85 (1981)]
III-1-4
|