e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knap meisje handig meisje: hènnəch mèskən (Lommel), pront wicht: prònt wicht (Lommel), schoon meisje: schóómäskən (Lommel) knap meisje || mooi meisje || schoon meisje III-1-4
knecht, algemeen knecht: knɛ̄xt (Lommel) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
knellen nijpen: nijpen (Lommel, ... ) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen nijpen: nijpen (Lommel, ... ) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3
kneu heiknuiter: hɛiknøͅytər (Lommel), kneuter: Frings, omgesp.  knøͅʔər (Lommel), knuiter: NB in Kerkhoven (K 317a) uitgesproken als kn#i\\t\\r Frings, omgesp.  knøͅytər (Lommel) kneu (13,5 wit in vleugel en staart; wilde man heeft in zomer rood voorhoofd en borst; hele jaar hier; veel op trek; broedt in veld en hei; roep [tut-tut-tut]; leuke zang; geliefde kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1
kneuzen blutsen: blutsen (Lommel), butsen: butsen (Lommel) blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)] III-2-3
knevels knevels: knēvǝls (Lommel) Beide haakjes aan de bitringen, die aan het hoofdstel worden opgehangen. [N 13, 45] I-10
knibbelen mikado: mikado (Lommel) het spel waarbij de spelers staafjes (26 of 28) die verward op een hoopje liggen, met een haakje of een staafje telkens een staafje moeten ophalen zonder de andere te bewegen [knibbelen, knipperen] [N 112 (2006)] III-3-2
knie knie: kni (Lommel), kni. (Lommel), knie (Lommel, ... ), knij (Lommel, ... ) knie [N 10b (1961)], [RND], [ZND 28 (1938)] III-1-1
knieband voor een stier of kalf knieband: knibãnt (Lommel) IJzeren, soms houten beugel of ring aangebracht ter hoogte van de knie, meestal met een touw om de horens. Deze knieband wordt bevestigd om de koeien los te kunnen laten lopen en tevens ze in bedwang te kunnen houden. [N 3A, 14c; monogr.] I-11