e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met de poten dicht bijeen staan (te) eng staan: ęŋ stǫn (Lommel), from staan: from stu̯ǝn (Lommel) [N 8, 78a en 78b] I-9
met de poten te ver uit elkaar staan (te) ruim staan: rōm stǫu̯ǝn (Lommel) [N 8, 78b] I-9
met de schop poten, kuiltjes maken kotten: kǫtǝ (Lommel), kuilen: kǫu̯lǝn (Lommel), met kot zetten: mɛ kǫt zętǝ (Lommel), zetten: [zetten] (Lommel) Het poten met de hand, in tegenstelling tot het poten met de ploeg, bestaat eigenlijk uit drie handelingen: (a) het graven van een kuiltje met de schop ofwel het steken van een gat in de grond met de kruk; (b) het gooien van een pootaardappel in dat kuiltje; en (c) het weer dichtmaken van het gat. In de vragenlijst zijn de handelingen (a) en (b) apart afgevraagd; maar soms hebben de zegslieden toch met één algemene term geantwoord. Deze algemene termen voor poten staan achter in het lemma bijeen; voor de fonetische documentatie daarvan zij verwezen naar het lemma Poten. [N 12, 14 en 15; monogr.] I-5
met de voorpoten harkend over de grond krabben klauwen: klāu̯ǝn (Lommel), scharen: sxǫu̯ǝrǝn (Lommel) Met de hoeven in de aarde krabben of wroeten. [JG 1a; N 8, 74] I-9
met de zweep slaan of geluid geven klappen: klapǝn (Lommel), zwepen: zwēǝpǝn (Lommel) Het slaan met de zweep brengt een knallend geluid voort. Terwijl in de enquête van J. Goossens het werkwoord zwepen in de jaren vijftig enkel voor Achel (L 282) en Hamont (L 286) werd opgetekend, vermeldt de enquête van P. Willems (1885)het nog voor een groot aantal gemeenten uit de beide Limburgen. Zie in dit verband ook ros voor "paard" (WLD I, afl. 9, p. 5). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 141a; Wi 42; monogr.] I-10
met een bepaalde kleur bleek: blęjǝk (Lommel) Als de bloem vaal is of geen bruine kleur krijgt, wordt ze "bleek" genoemd. De woordtypen "gebleekt meel", "bleke bloem", "gebleekte bloem" en "gebleekte" wijzen op het feit dat de meelmaker de kleur van de bloem kan be√Ønvloeden door bleken of door toevoeging van chemicaliën. [N 29, 16] II-1
met een drijftol spelen doppen: doppen (Lommel) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] III-3-2
met een priktol spelen -> een priktol bovenhands uitwerpen kappen: kappen (Lommel) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] III-3-2
met een voor spitten omspaden: [omspaden] (Lommel), spaden: [spaden] (Lommel) Manier van spitten, waarbij men - achterwaarts gaande - de ene voor naast de andere graaft en de uitgestoken aarde omgekeerd in de open voor deponeert. Uit minder specifieke termen als (om)spaden en (om)graven kan worden afgeleid, dat ter plaatse meestal in voren wordt gespit. Voor (delen van) varianten in de (...)-vorm zie men het lemma spitten. [N 11, 65b; N 11A, 148a; monogr.] I-1
met een zelfgemaakte tol spelen doppen: doppen (Lommel) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] III-3-2