e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voeringleersoorten bazaan: bazān (Lommel) Leersoorten die voor de voering van schoenen worden gebruikt. [N 60, 4a; N 60, 4b] II-10
voerman voerman: vurman (Lommel) Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
voerman op de maaimachine maaier: mē̜i̯ǝr (Lommel) De opgaven bestaan vaak uit omschrijvingen en er is weinig echte terminologie; vergelijk ook het lemma ''afleggen'' (4.4.3). [N J, 3a; monogr.] I-4
voerschep koeschotel: kui̯sxou̯ǝtǝl (Lommel), pollepel: pǫllēpǝl (Lommel), schepper: sxøpǝr (Lommel), varkenspotlepel: vęrǝʔǝspǭtlēpǝl (Lommel) Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b] I-11
voertuig gerij: gǝrɛi̯ (Lommel) Algemene benaming voor de vracht- en personenvoertuigen. [N 17, 15; N 17, 99; N G, 59; L 28, 24; monogr.] I-13
voetbankje bankje: bɛŋskə (Lommel) voetbankje [ZND 02 (1923)] III-2-1
voetpannen sluitpannen: sløjtpanǝ (Lommel) De paar rijen pannen die de onderrand van het dak vormen wanneer dit deels met stro en deels met pannen wordt gedekt. [N F, 34a; N 4A, 27c; monogr.] II-9
voetzool zool: zool (Lommel), zowel (Lommel) hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)] III-1-1
vogel op de schutsboom hoofdvogel: (den) hoofdvogel (Lommel) de houten vogel die afgeschoten moet worden [N 112 (2006)] III-3-2
vogel, algemeen gevogelt: geveugelt (Lommel), gevogelte: gəvōgəltə (Lommel), vogel (enk.): vogəl (Lommel), vôgel (Lommel) gevogelte [Willems (1885)], [ZND 35 (1941)] || vogel [Willems (1885)] III-4-1