e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duivenmelker duivenmelker: Ss. sub duif.  duivenmelker (Lommel) [Duivenmelker]. III-3-2
duivenslag kijker: kēi̯ʔǝr (Lommel), val: val (Lommel), vàl (Lommel) Duivenslag. [Goossens 1b (1960)] || Het platform op het dak of tegen de gevel vóór de toegang tot het duivenhok, waarop de duiven aanvliegen en neerstrijken. Doorgaans is het platform niet meer dan een plank, soms heeft het de vorm van een huisje met een dak. In een enkel geval is de betekenis van de opgegeven term beperkt tot het (getraliede) valdeurtje dat men kan verstellen voor in- en uitvliegen; deze gevallen zijn telkens in het lemma vermeld. In kaart 52 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie ook afbeelding 17 bij het lemma "duivenhok" (3.4.7). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 9b; monogr.] I-6, III-3-2
duivin, vrouwelijke duif duivin: doëvin (Lommel), duivin (Lommel) duif, wijfje [ZND 39 (1942)] III-4-1
duizelig dol: dol (Lommel), dol in zijne kop (Lommel), draaierig: draaierig (Lommel, ... ), duizelig: duizelig (Lommel, ... ) duizelig zijn [DC 60 (1985)] || Duizeling: draaierigheid, leeg gevoel in het hoofd (suizeling, duizeling, schwindel(ig), dul(le)). [N 107 (2001)] || hoe is of wordt iemand die bang is op een hoogte (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] || hoe is of wordt iemand die lang heeft rondgedraaid (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] III-1-2
duizeling, duizeligheid duizeligheid: də.yzələxhae (Lommel) duizeligheid [DC 60 (1985)] III-1-2
duizendpoot duizendpoot: dyzəntpōət (Lommel) duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)] III-4-2
dun sneetje brood flitsje: Syst. Grootaers  fletskə (Lommel) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
dunne melk magere melk: māgǝr męlǝk (Lommel) Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74] I-11
dunne sjaal sjaaltje: šälə?ən (Lommel), stoffen sjaaltje: stoffen sjaaltje (Lommel) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
dunne zijden dameskous zijden kous: zijden kousen  zeiə kaasə (Lommel) dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)] III-1-3