21568 |
eerder te weinig dan te veel gemeten |
juist gewagen:
vgl. Lommel Wl. (pag. 391): wagen [wagen, wuch, gewagen/gewogen], wegen.
dat is sjûst gewagen (K278p Lommel),
kree gemeten:
dei is kraei gemeiten (K278p Lommel),
kreetjes gemeten:
d⁄es is kreikes gemeiten (K278p Lommel),
nauw gewogen:
dè is naaw gɛwoogɛn (K278p Lommel),
pitser:
de winkelier is ne pitser (K278p Lommel),
te weinig gemeten:
da⁄s te weinig gemete (K278p Lommel),
te weinig gewogen:
da⁄s te weinig gewoge (K278p Lommel)
|
Hoe zegt men als een winkelier eerder te weinig dan te veel meet of weegt? Vertaal: Dat is ... gemeten, gewogen. [ZND 36 (1941)], [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
18960 |
eerlijk |
eerlijk:
eejərlək (K278p Lommel)
|
eerlijk
III-1-4
|
22330 |
eerlijk in het spel |
serieus (<fr.):
serieus (K278p Lommel)
|
eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
17585 |
eerste baardharen |
duivelshaar:
dyvəlshoͅwər (K278p Lommel, ...
K278p Lommel,
K278p Lommel),
geitenhaar:
geͅtəhoͅwər (K278p Lommel),
wol:
woͅl (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24010 |
eerste communie |
eerste communie (<lat.):
jeͅstə kəminij (K278p Lommel)
|
De eerste H. Communie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32959 |
eerste grasoogst |
tweewas:
twēi̯wās (K278p Lommel)
|
Naar analogie van de eerste, tweede en derde hooioogst heeft men de informanten ook de vraag voorgelegd of er specifieke benamingen zijn voor de grasoogsten, wanneer een weide niet wordt afgehooid, maar afgegraasd. In dit lemma staan de opgaven voor het gras dat de beesten de eerste keer dat ze in de weide worden gelaten afgrazen en voor zover deze afwijkend zijn van die uit het algemene lemma ''gras''. [N 14, 129a]
I-3
|
23253 |
eerste luiden voor de mis |
de eerste keer luiden:
⁄t is de jièste keer nog mer (K278p Lommel),
de twintig minuten slaan:
⁄t sleu de twintig minuten (K278p Lommel),
het uur luiden:
d⁄uur luidt (K278p Lommel),
kwartier:
⁄t is ⁄t kwartier (K278p Lommel)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de eerste maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
24043 |
eerste mis van de neomist |
eerste mis:
jeste mis (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
De eerste H. Mis van de Neomist in de parochie van herkomst [priemiets, ieësjte maes]. [N 96D (1989)] || Een priesterfeest. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
28510 |
eerste nazwerm |
endeling:
endeling (K278p Lommel),
erling:
ɛrleŋ (K278p Lommel)
|
De eerste nazwerm of met de voorzwerm meegerekend de tweede zwerm. Ze is kleiner dan de voorzwerm. Acht of tien dagen nadat de voorzwerm is weggevlogen, vliegt de tutende, nieuw uitgelopen en nog onbevruchte moer of koningin met een deel van het bijenvolk weg. In deze eerste nazwerm kunnen koninginnen zitten die allemaal nog onbevrucht zijn. Zij vormen ofwel nieuwe afsplitsingen ofwel zij bevechten elkaar op leven en dood, totdat er nog één koningin overblijft. Een volk kan slechts één koningin gebruiken. [N 63, 29c; N 63, 37b; N 63, 37e; JG 1a+1b; JG 2b-5; A 9, 6; monogr.]
II-6
|
21564 |
eerste opbod |
eerste inzet:
de jeisten ienzet (K278p Lommel),
inzet:
den inzet (K278p Lommel),
dɛn ienzêt (K278p Lommel),
inzet (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
ps. omgespeld volgens Frings.
dən inzɛt (K278p Lommel)
|
de eerste verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij bij opbod wordt geboden [den inzet?] [N 21 (1963)] || Eerste opbod bij een openbare verkoping. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|