e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getalzijde van een geldstuk munt: munt (Lommel) de getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt] [N 112 (2006)] III-3-2
getob; tobben gesukkel: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gesukkel (Lommel) gemartel [ZND 01 (1922)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwd wijf: gətrówd wééf (Lommel) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2
getuige getuige: getuige (Lommel) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] III-2-2
getuigrek houten pin: hãtǝ pen (Lommel) Het zwaardere paardetuig wordt meestal opgehangen aan de muur aan een rek, zware stokken, haken, knuppels, balkjes etc. Het kan ook op een plank gelegd worden. De benamingen geven vaak aan om welke mogelijkheid het gaat. Benamingen die naar een kast of kist verwijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "getuigkast" (2.3.7). Zie ook dat lemma. [N 5A, 59e; add. uit N 13, 81] I-6
gevaarlijk gevaarlijk: gevaalijk (Lommel), mi vuur speulen is gevoarlèk (Lommel) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevaarlijke kerel gevaarlijk: des ne gevoarlèkke kèrel (Lommel), ne gevaalijke kairel (Lommel) Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevallen engelen duivels: dyvəls (Lommel) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevel gevel: gēveͅl (Lommel), geͅi̯vəl (Lommel), gɛ̄vəl (Lommel) een schoone gevel [ZND 35 (1941)] || gevel III-2-1
gevormd worden gevormd worden: gəvərəmt wɛjərən (Lommel) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3