31014 |
klophamer |
hamer:
hāmǝr (K278p Lommel)
|
De zwaardere hamer met ietwat ronde kop waarmee men het leer klopt, met name de loopzool. Het kloppen doet men ook wel met de gewone schoenmakershamer. [N 60, 97a; N 60, 183b; N 60, 241a]
II-10
|
31013 |
klopkei |
klopsteen:
klopsteen (K278p Lommel)
|
De steen waarop men het leer van de bovenzool klopt. [N 60, 97b; N 60, 241a]
II-10
|
31012 |
kloppen |
kloppen:
kloppen (K278p Lommel)
|
Met een hamer, klopkei of klopijzer het leer op een steen kloppen. "De bovenzool wordt, na eerst ruw uitgesneden en in water elastisch te zijn gemaakt, op een kei geklopt om eventueel later trekken te voorkomen." (Directie, pag. 301). [N 60, 97a; N 60, 241a]
II-10
|
18120 |
kloven |
in de middent doorkappen:
ęndǝ mǝdǝnt dørkapǝ (K278p Lommel),
kloven:
klovən (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
klōf (=mv) in ə hān (K278p Lommel),
weren:
wejərən (K278p Lommel)
|
kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] || Nadat het dier bestorven is, wordt het in twee delen verdeeld door het in de ruggegraat door te kappen. Soms laat men de ruggegraat aan één kant zitten en kapt men de ribben aan de andere kant los. Beide delen worden vervolgens apart verwerkt. [N 28, 89; Veldeke 32, 69; monogr.]
II-1, III-1-2
|
22659 |
klucht |
klucht:
(n) klucht (K278p Lommel)
|
een kort toneelstuk waarin een komisch geval uit het dagelijks leven op grappige wijze wordt behandeld [klucht, knod, stop, grauw] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
19469 |
kluit |
briket:
brieketten (K278p Lommel),
ei:
eiker (K278p Lommel),
kluit:
zeer oud
klieten (K278p Lommel)
|
bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
33675 |
kluit aarde |
klot:
klot (K278p Lommel),
klǫt (K278p Lommel),
spit:
spēt (K278p Lommel)
|
[N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.]
I-8
|
23223 |
kluizenaar |
kluizenaar:
klø͂ͅizənɛ̄r (K278p Lommel)
|
Een man die in een eenzame woning afgezonderd leeft van de wereld, kluizenaar [(h)er(r)emiet]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24095 |
kluizenaarswoning |
kluis:
klø͂ͅs (K278p Lommel)
|
De woning van zon kluizenaar [kloes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21080 |
knabbelen |
knabbelen:
knabələn (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
knāwə (K278p Lommel)
|
knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)]
III-2-3
|