24113 |
sint-elizabethsvereniging |
ziekenzorg:
zi?əzøͅrəx (K278p Lommel)
|
De vereniging van R.K. gehuwde en ongehuwde vrouwen die zich bezighield met ziekenbezoek en de zorg voor verwaarloosde kinderen (St. Elisabethsvereniging). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22799 |
sint-maarten |
sint-maarten:
sint metten (K278p Lommel),
sinte-maarten:
sinte merten (K278p Lommel)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-2
|
22765 |
sint-maartensvuur |
sint-maartensvuur:
st maartensvuur (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
Welk jaarvuur kent (kende) men bij u (b.v. Vasten-, Paas-, of St.-Maartensvuur)? [ZND 17 (1935)]
III-3-2, III-3-3
|
23286 |
sint-pieter te rome |
sinte-pieter:
sinte pieter (K278p Lommel),
sinte-pieter (K278p Lommel)
|
Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
19420 |
sintel |
krik:
kriekken (K278p Lommel),
sintel:
sintels (K278p Lommel),
zintels (K278p Lommel)
|
Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] || Hoe heten de aaneengeklonterde stukken as die in de kachel overblijven ? [ZND 42 (1943)]
III-2-1
|
22703 |
sinterklaas |
sint-niklaas:
Sub sint.
sentnəkloͅuəs (K278p Lommel)
|
Sint-Niklaas.
III-3-2
|
21444 |
sjacheraar |
sjachelaar:
ps. omgespeld volgens Frings.
sjagəlɛ̄r (K278p Lommel),
sjacheraar:
ps. omgespeld volgens Frings.
šaxərɛ̄r (K278p Lommel)
|
sjacheraar: Iemand die zich aan minderwaardige handel bezondigt [sjatser, sjacheléér? enz.] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21581 |
sjacheren |
sjachelen:
ps. omgespeld volgens Frings.
sjagələn (K278p Lommel),
sjacheren:
ps. omgespeld volgens Frings.
šaxərə (K278p Lommel)
|
Sjacheren, op verachtelijke wijze handel drijven [sjacheren, sjachelen, sjatsen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33587 |
sjalot |
sjalot:
šaloͅtən (K278p Lommel)
|
sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
21143 |
sjees |
sjees:
šēs (K278p Lommel)
|
Licht en hoog tweewielig rijtuigje voor twee personen met een verstelbare kap. Er is geen aparte bok voor de koetsier. De sjees was voor rijke boeren vaak het voertuig waarmee ze onder meer naar de kerk of naar de stad gingen. De sjees is het bekendste tweewielige rijtuig, vandaar dat de benaming "sjees" ook wel vermeld werd als naam voor het tweewielig rijtuig in het algemeen. [N 17, 5; N 101, 1, 3, 4, 8, 15; N G, 51; L 1a-m; L 36, 70; S 18, 30; monogr]
I-13
|