e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bord telder: verouderd  tɛldər (Lommel), telloor: təlou̯ər (Lommel), təlø&#x0304r (Lommel) bord III-2-1
bordenrek, schotelrek pottenrek: pōͅtərɛk (Lommel), telloorsrek: təløjərsrɛk (Lommel) rekje aan de wand waarop bordjes of sierbordjes worden geplaatst (teerekske) [N 20 (zj)] III-2-1
boren boren: bowǝrǝn (Lommel) [N 53, 180a; monogr.] II-12
borg blijven borg blijven: börg blijven vur iemand (Lommel), borg staan: böurg staan veur iemand (Lommel), bùrg staan vur iemand (Lommel) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borrel borrel: Verklw. b#r\\lk\\(n)  boͅrəl (Lommel) borrel III-2-3
borrelglaasje borrel: borəl (Lommel), dikkop: ps. invuller twijfelt over het antwoord  dekkoͅp (Lommel) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borst borst: bǭ.st (Lommel) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstel ankertje: zo genoemd omdat een bepaald fabrieksmerk deze borstels vervaardigt met tweekleurige haren, waarvan de donkerste de figuur van een anker vormen  aŋʔərkən (Lommel), varkensborstel: varkensborstel (Lommel) Het stijve haar van een varken dat men aan de uiteinden van de pekdraad vastmaakt om de draad gemakkelijker door de met een els geprikte gaten heen te halen. Hensen zegt hierover op pag. 37: "Bij "binnengenaaide" schoenen maakt men gebruik van een pekdraad. Die pekdraad bestaat uit ongeveer 4 tot 6 dunnere draden van vlas welke in elkaar gedraaid worden en van pek voorzien om verrotting door vocht en verschuiving tegen te gaan. De beide uiteinden van de pekdraad moeten geleidelijk uitlopen (rispeleind) om een borstel te kunnen bevestigen. Deze borstels kunnen van varkenshaar zijn of van staal." Zie afb. 14. [N 60, 198a; N 60, 195b; N 60, 238a] || kleine stevige borstel met korte haren, gebruikt om de vloer te schrobben, schrobber II-10, III-2-1
borstelig haar pinhaar: penhoͅwər (Lommel, ... ), stekelhaar: stä⁄əlhoͅwər (Lommel, ... ) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borsten borsten: boͅ:stən (Lommel), memmen: memmen (Lommel), tetten: tetten (Lommel) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1