25373 |
doden |
afmaken:
ǫfmā?ǝ (K278p Lommel),
koudmaken:
kaw māʔǝ (K278p Lommel),
slachten:
slāxtǝ (K278p Lommel)
|
De in dit lemma opgenomen gegevens duiden op het doden in het algemeen. De woordtypen kunnen betrekking hebben op zowel het doden van een varken als van een rund. Een bij de opgave eventueel bijgevoegd object ''varken'', ''rund'', ''koe'', ''beest''is niet in het woordtype opgenomen. De opgaven die wijzen op een doden door slaan met een hamer zijn ondergebracht in het lemma ''verdoven'', omdat het slachtdier in de regel door de slag eerst verdoofd raakte. Hierna kon het gemakkelijk gedood worden door steken of snijden. [N 28, 11a; N 28, 11b; N 28, 12 a; monogr.]
II-1
|
22674 |
doedelzak |
doedelzak:
(nen) doedelzak (K278p Lommel)
|
het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
18252 |
doek |
doek:
doek (K278p Lommel)
|
doek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
18288 |
doek -> [wld iii 2.2] |
witte doek:
ne witten doek (K278p Lommel)
|
een witte doek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
22350 |
doel bij verstoppertje spelen |
pot:
pot (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
het doel bij het verstoppertje spelen [buut] [N 112 (2006)] || Pot, bij het verstoppertje spelen: de plaats waar de vanger moet staan.
III-3-2
|
17925 |
doelloos friemelen |
friemelen:
friemelen (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
Doelloos met de handen spelen (haffelen, friemelen, krawietelen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
22876 |
doelman |
keeper (eng.):
De keeper kon die bal niet hebben.
kepər (K278p Lommel)
|
Keeper.
III-3-2
|
22872 |
doelpunt |
goal (eng.):
gouəl (K278p Lommel)
|
Goal.
III-3-2
|
19118 |
doen |
doen:
dŭŭn (K278p Lommel)
|
doen
III-1-4
|
24137 |
doffer, mannelijke duif |
kubber:
kuiper (K278p Lommel),
kupper (K278p Lommel),
kè-per (K278p Lommel),
képper (K278p Lommel)
|
duif, mannetje [ZND 18 (1935)], [ZND 39 (1942)]
III-4-1
|