e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doden afmaken: ǫfmā?ǝ (Lommel), koudmaken: kaw māʔǝ (Lommel), slachten: slāxtǝ (Lommel) De in dit lemma opgenomen gegevens duiden op het doden in het algemeen. De woordtypen kunnen betrekking hebben op zowel het doden van een varken als van een rund. Een bij de opgave eventueel bijgevoegd object ''varken'', ''rund'', ''koe'', ''beest''is niet in het woordtype opgenomen. De opgaven die wijzen op een doden door slaan met een hamer zijn ondergebracht in het lemma ''verdoven'', omdat het slachtdier in de regel door de slag eerst verdoofd raakte. Hierna kon het gemakkelijk gedood worden door steken of snijden. [N 28, 11a; N 28, 11b; N 28, 12 a; monogr.] II-1
doedelzak doedelzak: (nen) doedelzak (Lommel) het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak] [N 112 (2006)] III-3-2
doek doek: doek (Lommel) doek [ZND 23 (1937)] III-1-3
doek -> [wld iii 2.2] witte doek: ne witten doek (Lommel) een witte doek [ZND 23 (1937)] III-1-3
doel bij verstoppertje spelen pot: pot (Lommel, ... ) het doel bij het verstoppertje spelen [buut] [N 112 (2006)] || Pot, bij het verstoppertje spelen: de plaats waar de vanger moet staan. III-3-2
doelloos friemelen friemelen: friemelen (Lommel, ... ) Doelloos met de handen spelen (haffelen, friemelen, krawietelen) [N 108 (2001)] III-1-2
doelman keeper (eng.): De keeper kon die bal niet hebben.  kepər (Lommel) Keeper. III-3-2
doelpunt goal (eng.): gouəl (Lommel) Goal. III-3-2
doen doen: dŭŭn (Lommel) doen III-1-4
doffer, mannelijke duif kubber: kuiper (Lommel), kupper (Lommel), kè-per (Lommel), képper (Lommel) duif, mannetje [ZND 18 (1935)], [ZND 39 (1942)] III-4-1