e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houden van gaarne hebben: enge jäèr haa (Lontzen), gaarne zien: enge jäer zie (Lontzen), houden van: e hölt es van si vadder en sing modder, va singe pap en sing mam, va singe nonk en sing tantm va singe mééster en singe noober, van der schriiner (Lontzen), van enge haue (Lontzen) Hij houdt veel van Vader en Moeder, van Pa en Moe, van Oom en Tante, van Meester en Buurman, van den Timmerman [ZND 44 (1946)] || Iemand liefhebben, gaarne zien, v. iem. houden [ZND 30 (1939)] III-3-1
houtsplinter splinter: šplē.ŋktǝr (Lontzen), split: šplet (Lontzen) Afgesprongen of afgeslagen klein stukje hout. [N 55, 188a-b; RND 6; L monogr.; monogr.] II-12
huichelaar schijnheilige: dat is ne schinhélige (Lontzen) huichelaar (schijnheilige, enz.) [ZND 24 (1937)] III-1-4
huid huid: huut (Lontzen) de huid (van de mens) [ZND 29 (1938)] III-1-1
huif van de huifkar bâche: bāš (Lontzen) Kap van de huifkar. Deze kap wordt over hoepels getrokken, die vooraf op een hooikar gezet worden. [N 17, 10b; S 15; Wi 17; L 27, 32; L 1a-m; monogr] I-13
huilen (van droefheid) grijnen: greien (Lontzen), krijsen: kreiesch (Lontzen) Hij huilde (weende, schreide) van droefheid [ZND 44 (1946)] III-1-4
huishouden huishoud: hūshalt (Lontzen) Wat een armzalig huishouden [ZND 32 (1939)] III-2-1
huismus, mus mus: meusschee (Lontzen) mus [ZND 43 (1943)] III-4-1
huiveren een hoenderhuid hebben: heär hat en honderdhuet (Lontzen), griezelen: jrusele (Lontzen, ... ), het overloopt ene ijskoud: t överlöpt inje iskood (Lontzen) Huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 21 (1936)] || huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 27 (1938)] III-1-2
huurcontract pachtverdrag: ich han ne pachtverdraaj va drij joor  pachtverdraaj (Lontzen) het contract dat gesloten wordt wanneer een huis wordt verhuurd; hoe zegt men b.v. "ik heb een ...... van drie jaar"? [ZND 43 (1943)] III-3-1