e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
metselen metselen: mɛtsǝlǝ (Lottum) Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.] II-9
middagdutje doen de oren houden: den oore hālde (Lottum), een uiltje vangen: en ŭŭlke vangen (Lottum) middagdutje [SGV (1914)] || middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] III-1-2
middagmaal eten: ɛ:tə (Lottum), ɛ̄te (Lottum) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
minderen minderen: meendere (Lottum) minderen [SGV (1914)] III-1-3
minderjarig minderjarig: boven de ö staat ook een lengte-teken  minderjörig (Lottum) minderjarig [SGV (1914)] III-2-2
mismaakt mismaakt: mismāākt (Lottum) mismaakt [SGV (1914)] III-1-2
mist, nevel (alg.) damp: (op mooie zomeravonden)  dam (Lottum), grijs: ¯grijze luchtÆ  gries (Lottum), mist: meest (herpt) (Lottum), moek: (zonder onderscheid)  moek (Lottum), mot: (zonder onderscheid)  mòt (Lottum), nevel: (zonder onderscheid)  nevel (Lottum) mist en nevel [DC 27 (1955)] III-4-4
moe moe: muui (Lottum) moe [SGV (1914)] III-1-2
moedeloos (zijn) mismoedig: mismeudig (Lottum) moedeloos [SGV (1914)] III-1-4
moeder moeder: moder (Lottum), mooder (Lottum, ... ) (moeder;) Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || moeder [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] || moeder; (Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] III-2-2