e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijgen rijen: rējǝ (Lottum) Het voorlopig verbinden van een of twee delen aan elkaar met de rijgsteek, op tafel of op de hand. [N 59, 52b; N 59, 51a; N 59, 51b; N 62, 6; N 62, 7; L 1a-m; L 1u, 41; L B1, 75; Gi 1.IV, 19; MW; S 7; monogr.] II-7
rijp, rijmx rouwvorst: rouwvōrs (Lottum) rijm (op boomen) [SGV (1914)] III-4-4
rijshout, bonenstaak rijs: ries (Lottum, ... ) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [SGV (1914)] || rijs [SGV (1914)] || rijzen (mv.) [SGV (1914)] I-7
rijtuig rijtuig: rei̯tȳx (Lottum) Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr] I-13
rimpels vouwen: vaajen, vaaj (Lottum) Hoe noemt men de plooien in de huid van een mens ? Bedoelt worden vooral de plooien in het voorhoofd. Wat is hiervan het enkelvoud ? [DC 18 (1950)] III-1-1
ringbaard ringbaard: ringbaard (Lottum) ringbaard (visschersbaard) [DC 01 (1931)] III-1-1
ringen, randen verwijderen van peulvruchten pijzen: pêze (Lottum) [SGV (1914)] I-7
ringmus veldmus: veldmusch (Lottum) Hoe heet de ringmusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
ringrijden, ringsteken ringsteken: rinkstêke (Lottum) ringsteken [SGV (1914)] III-3-2
ringrol, cambridgerol, puntrol dobbele ringelwel: dǫbǝl reŋǝlwɛl (Lottum), ringelwel: reŋǝlwɛl (Lottum) Dit lemma bevat benamingen voor a) de landrol die bestaat uit naast elkaar draaiende ringen van dezelfde diameter en met een V-vormige velg, b) de rol die bestaat uit afwisselend naast elkaar staande ringen met een V-vormige velg en ringen met een getande velg, c) de rol waarvan de cylinderomtrek voorzien is van priktanden. Zie afb. 83 en 84. [N 11A, 190; div.] I-2