e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spek spek: spek (Lottum) spek [garstig~] [SGV (1914)] III-2-3
spel (alg.) spel: spēūl (Lottum) spel [SGV (1914)] III-3-2
speld speld: spɛ̄lt (Lottum) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelden spelden: spɛltǝ (Lottum) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
spelen (alg.) spelen: ik heb gespeelt; ik heb gespeuld  speule (Lottum) spelen [SGV (1914)] III-3-2
spie spie/spij: spi(i̯) (Lottum) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3
spiegel spiegel: speegel (Lottum) spiegel [SGV (1914)] III-2-1
spijbelen hegschool houden: hekschoel hōlde (Lottum), hèkschoeel halde (Lottum) spijbelen [SGV (1914)] || wegblijven van school: Hoe noemt men heimelijk, zonder medeweten van de ouders, ---? [DC 24 (1953)] III-3-1
spilkokers in de zijstukken askassen: askasǝ (Lottum) De in de zijstukken van het raam ingebrande gaten en/of de daarin aangebrachte kokers, waarin de spil van de rol draait. [N 11A, 184f; div.; monogr.] I-2
spin spin: spin (Lottum) spin [SGV (1914)] III-4-2