e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knecht knecht: ennen nĕĕje knêch (Lottum) knecht, een nieuwe ~ [SGV (1914)] III-3-1
knecht, algemeen knecht: knɛ̄x (Lottum) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
kneden botter kneden: [botter] knē̜i̯ǝ (Lottum), kneden: knęi̯ǝn (Lottum) De boter kneden om de melk, die zich nog tussen de boterdeeltjes bevindt, eruit te drukken. In sommige gebieden werd de boter tegelijkertijd gewassen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 28, 7; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; Ge 22, 8 en 69; R 3, 76 en 77; monogr.] I-11
knellen duwen: dŏŏwe (Lottum) knellen [SGV (1914)] III-1-2
kneu heivink: heivink (Lottum) Hoe heet de kneu? [DC 06 (1938)] III-4-1
kneuzen blutsen: blutse (Lottum) blutsen [SGV (1914)] III-2-3
knie knie: knie (Lottum, ... ), kniĕj (Lottum) knie [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
kniezen knaaien: knoaje (Lottum) kniezen [SGV (1914)] III-1-4
knijpen nijpen: niepe (Lottum) nijpen [SGV (1914)] III-1-2
knikker knikker: knikker (Lottum) knikker [SGV (1914)] III-3-2