24355 |
mot |
mot:
ook in ZND 31, 038
mot (P051p Lummen)
|
mot [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
21263 |
motor |
moteur:
mo.tø:r (P051p Lummen)
|
motor [RND]
III-3-1
|
25130 |
motregen, fijne regen |
motregen:
motreegen (P051p Lummen, ...
P051p Lummen),
motregel
moͅtregəl (P051p Lummen),
muggenpis:
muggepis
m^gəpes (P051p Lummen)
|
motregen, stofregen [moef-, stief-, smook- naajersregen, stobber, mozel, mot, smies] [N 22 (1963)] || stofregen [ZND 38 (1942)] || stofregenen [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
25100 |
motregenen, licht regenen |
fierelen:
fieselen
fisələ (P051p Lummen),
fiezelen:
fieselen
fisələ (P051p Lummen),
fiezelen
fizələ (P051p Lummen),
fīzələ (P051p Lummen),
zeveren:
`t zievert (P051p Lummen)
|
beginnen te motregenen [te stieven, stiefregenen, mozelen, smossen, riezelen, ziebelen, zauwelen, netelen, zéémelen] [N 22 (1963)] || lichtjes regenen [sprenkelen, siebelen, zeiveren] [N 22 (1963)] || stofregenen [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
18264 |
mouw |
mouw:
mouw, mouke (P051p Lummen),
ə koppəl mouwə (P051p Lummen)
|
een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)]
III-1-3
|
18325 |
mouwschort |
mouwvoordoek:
mouwvoejering (P051p Lummen)
|
schort met mouwen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33767 |
muil |
muil:
mǫu̯l (P051p Lummen)
|
Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b]
I-9
|
26147 |
muilband |
muilband:
mǫwlbant (P051p Lummen),
plaat ijzerband:
plāt ę̄zǝrbant (P051p Lummen),
snuitband:
snǭ.t˱bá.nt (P051p Lummen),
wiekenband:
wiekenband (P051p Lummen)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] || IJzeren band rondom de borst en de las. Zie ook afb. 36. [N O, 1k]
II-11, II-3
|
34223 |
muilkorf voor kalveren |
muilkorf:
mø̜u̯lkørf (P051p Lummen),
mǫu̯lkarf (P051p Lummen)
|
De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e]
I-11
|
17872 |
muilpeer |
slag in het gezicht:
slaag in ze gezicht (P051p Lummen),
veeg op de smoel:
veeg op zen grŭŭtte smoel (P051p Lummen),
veeg op het bakkes:
veeg op ze bakkes (P051p Lummen)
|
hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|