33651 |
omwalde akker |
schans:
sxans (P051p Lummen)
|
Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.]
I-8
|
34211 |
omweiden |
herjagen:
hęrjāgǝ (P051p Lummen),
herzetten:
hęrzętǝ (P051p Lummen)
|
Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.]
I-11
|
25685 |
omzetten |
omzetten:
ømzętǝ (P051p Lummen)
|
Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c]
I-4
|
21441 |
onbetrouwbare koopman |
tuiser:
ps. letterlijk omgespeld volgens Frings.
toͅu̯wsər (P051p Lummen)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25149 |
onbewolkt |
klaar:
ps. letterlijk overgenomen.
klei.r (P051p Lummen)
|
klaar, helder [ZND 19A (1936)]
III-4-4
|
18401 |
ondergoed |
onderdingen:
`t onnerdinge (P051p Lummen),
ondergoed:
onərgōͅut (P051p Lummen)
|
ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
32731 |
ondergronden, woelen |
fijnbreken:
fę̄ǝnbrēǝkǝ (P051p Lummen),
wroetelen:
vryi̯tǝlǝ (P051p Lummen)
|
Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b]
I-1
|
32640 |
ondergronder, woeler |
wroeter:
vrø̜i̯tǝr (P051p Lummen)
|
De ondergronder of woeler was een aparte ploeg zonder kouter en riester, maar met een lansvormige schaar of twee in tegenovergestelde richting geplaatste messen vóór op het ploeghoofd. Vaak werd de oude aanaardploeg tot ondergronder omgebouwd. Met deze ploeg, die vóór de gewone ploeg uitging of erop volgde, werd de ondergrond, de bodem van de voor opengebroken. Men kon ook met de gewone ploeg de ondergrond losrakelen, door op de plaats van de voorschaar of het kouter, dan wel aan of onder de ploeghiel een woelschaar, een woelhaak of woelmes aan te brengen. Aldus werd tegelijkertijd de bovengrond geploegd en de ploegzool opengebroken. [N 11, 33j; N 11A, 76a + 76b + 77; N 27, 14]
I-1
|
21579 |
onderhandelen |
in onderhandeling zijn:
ps. omgespeld volgens Frings.
en onərhānəleŋ zən (P051p Lummen)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18257 |
onderhemd |
hemd:
hom (P051p Lummen),
hum (voor vrouw) (P051p Lummen),
hym (P051p Lummen),
høͅm (P051p Lummen),
lijfje:
lefke (voor man) (P051p Lummen)
|
hemd (enkelvoud - meervoud) [ZND m] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)]
III-1-3
|