| 21718 |
gemeentebelasting |
gemeentebelasting:
gemeindebelasting (Q016p Lutterade)
|
de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21712 |
gemeenteheide |
hei:
heij (Q016p Lutterade)
|
de gemeenteheide [aard] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21705 |
gemeentesecretaris |
griffier:
griffeer (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18958 |
gemene vrouw |
venijn:
venien (Q016p Lutterade)
|
een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18814 |
gemoed |
gemoed:
gemood (Q016p Lutterade)
|
het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 23994 |
generale absolutie |
generale absolutie (<fr.):
generaal absoluusje (Q016p Lutterade)
|
Een generale absolutie, waaraan een volle aflaat is verbonden [jeneraal-abseloetsioeën]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23981 |
generale biecht |
generale biecht:
generaalbich (Q016p Lutterade)
|
Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 18817 |
genoegen (doen) |
goesting:
goosting (Q016p Lutterade)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
hof:
[hof] (Q016p Lutterade)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
| 17560 |
geraamte |
geraams:
geräms (Q016p Lutterade)
|
geraamte, skelet [SGV (1914)]
III-1-1
|