e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huig huig: huug (Lutterade) huig [N 84 (1981)] III-1-1
huilen beuken: beuke (Lutterade), huilen: huule (Lutterade, ... ), WBD/WLD  huule (Lutterade) het huilen, het wenen [grijs] [N 85 (1981)] || Hoe noemt u een hoog en schel onaangenaam geluid voortbrengen, gezegd van honden (huilen) [N 83] || zijn verdriet of pijn kenbaar maken door tranen te storten [huilen, beuken, simmen, schrauwen, grijnzen, gringzen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-2-1
huilen, schreien beuken: ps. omgespeld volgens Frings.  bø͂ͅke (Lutterade), grijnen: grīēne (Lutterade) schreien [SGV (1914)] III-1-4
huis, woning huis: oes (Lutterade) huis [SGV (1914)] III-2-1
huishouden huishouden: oesaauwe (Lutterade) huishouden [SGV (1914)] III-2-1
huisjesslak slak: sjlèk (Lutterade) Hoe noemt u de slak die haar huisje op haar rug meedraagt (kerrekol) [N 83 (1981)] III-4-2
huismus, mus mus: mösch (Lutterade) musch [SGV (1914)] III-4-1
huisvlieg, vlieg vlieg: vleeg (Lutterade, ... ) huisvlieg [SGV (1914)] || vlieg [SGV (1914)] III-4-2
huisweide bleek: (indien er wasgoed werd gebleekt)  bleik (Lutterade), groes: grōōs (Lutterade) Onderhouden grasveld (bleek, gazon, gruis) [N 79 (1979)] I-7
huiszegen huiszegen: den hoeszeage (Lutterade) De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)] III-3-3