21711 |
marktplein |
markt:
mert (Q016p Lutterade)
|
het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24945 |
marmer |
marmel:
marmel (Q016p Lutterade),
marmer:
marmer (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
marmer [SGV (1914)] || marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24350 |
marter |
bovien:
bevien (Q016p Lutterade),
fis:
vis (Q016p Lutterade),
marter:
WBD/WLD
marter (Q016p Lutterade),
wezel:
WBD/WLD
wezel (Q016p Lutterade)
|
Hoe noemt u een soort marter, tot 48cm lang, met een staart tot 26cm. Het is een slank roofdier met donkerbruine pels en witte borstvlek die tot de binnenzijde van de voorpoten doorloopt (fluwijn) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het slanke roofdiertje, geelbruin tot donkerbruin, met lange dekharen. De kop is spits met grote oorschelpen, het lichaam is lang en lenig. Het heeft een lange staart en korte poten; marter (fluwijn) [N 83 (1981)] || marter [SGV (1914)]
III-4-2
|
22440 |
masker |
mommegezicht:
momegezich (Q016p Lutterade),
mommegezig (Q016p Lutterade)
|
Een min of meer naar de vorm van het gezicht gemaakte bedekking die dient om dit onherkenbaar te maken of er een bepaalde gedaante aan te geven [mombakkes, mommegezicht, bambakkes, masker]. [N 88 (1982)] || masker [SGV (1914)]
III-3-2
|
20469 |
masturberen |
(-) aftrekken:
āāftrékke (Q016p Lutterade),
zich eine aaftrekke (Q016p Lutterade),
aftrekken:
āāftrékke (Q016p Lutterade),
zich een aftrekken:
zich eine aaftrekke (Q016p Lutterade),
zichzelf klaarspelen:
Vrouwen.
zichzelf kloarspele (Q016p Lutterade, ...
Q016p Lutterade)
|
onanie plegen, zichzelf bevlekken [zn eige aftrekke, afspelen] [N 10c (1961)], [N 10C (1995)], [N 10C (zj)]
III-2-2
|
19393 |
matras |
bed:
béd (Q016p Lutterade)
|
Het algemene woord voor een met stro, paardehaar, kapok, veren enz. stijf gevulde beddezak die dient als onderbed (matras, bed) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18129 |
mazelen |
mazeren:
mazere (Q016p Lutterade)
|
mazelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
28095 |
mechanische pijler |
kolenploegpijler:
koalǝplōxpīlǝr (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits]),
mechanische pijler:
mexānišǝ pīlǝr (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Julia])
|
Pijler waarin een machine zorgt voor het losmaken, laden en transporteren van de kolen. In de mijn van Eisden wordt volgens de invuller uit Q 7 in zo''n mechanische pijler een ploeg of een zaag gebruikt. [N 95, 282; N 95, 596; N 95, 598; monogr.]
II-5
|
18235 |
medaillon |
medaille:
medaalje (Q016p Lutterade),
medaillon:
medaljon (Q016p Lutterade)
|
rond, ovaal- of hartvormig sieraad waarin een portretje of iets dergelijks bewaard wordt [medaillon, mejonneke, boot, coulant] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23744 |
medaillon met lam gods |
agnus dei:
Angnus Dei (Q016p Lutterade)
|
Een hartvormig medaillon van was, waarop een lam met kruisvaan is afgebeeld. Dit medaillon werd gedragen [Agnus Dei, Lam Gods?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|