28059 |
ondergronds toilet |
kiebel:
kibǝl (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
W.C.-gelegenheid ondergronds, gewoonlijk bestaande uit een ton met een deksel. [N 95, add.; monogr.]
II-5
|
21351 |
onderhands |
onderhands:
onger änsch (Q016p Lutterade)
|
onderhandsch [SGV (1914)]
III-3-1
|
18257 |
onderhemd |
hemd:
ein schooan umme (Q016p Lutterade),
umme (Q016p Lutterade)
|
hemd [SGV (1914)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)]
III-1-3
|
28270 |
onderkabel |
onderkabel:
oŋǝrkābǝl (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.]
II-5
|
23417 |
onderkerk |
onderkerk:
ongerkirk (Q016p Lutterade)
|
De ruimte, de kelder onder de gehele kerk [onderkerk?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
29059 |
onderkraag |
onderkraag:
oŋǝrkrāx (Q016p Lutterade)
|
Het onderste gedeelte van de kraag dat niet in het zicht komt. Het materiaal voor de onderkraag is doorgaans dunne maar dichtgeweven stof. Traditioneel wordt hiervoor kleermakersvilt gebruikt (Het Beste Naaiboek, pag. 389). [N 59, 121b]
II-7
|
19395 |
onderkussen, peluw |
pulf:
pøͅləf (Q016p Lutterade)
|
peluw [SGV (1914)]
III-2-1
|
27891 |
ondersteunen |
het dak stutten:
ǝt dāk štøtǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits]),
stutten zetten:
štøtǝ zętǝ (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma])
|
Houten of metalen ondersteuningen plaatsen. In de mijnen van Waterschei en Winterslag maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen "kaders zetten" en "stempels en belen bouwen". Met de eerste woordgroep duidt men het ondersteunen in galerijen aan, met de tweede het ondersteunen in pijlers. Het woordtype "apôyeren" wordt met name gebruikt in de mijnen van Beringen, Winterslag, Zolder, Houthalen en Waterschei (Vanwonterghem pag. 49). [N 95, 291; N 95, 321; N 95, 289; N 95, 575; monogr.; Vwo 63; Vwo 151; Vwo 560; Vwo 759; Vwo 808]
II-5
|
21148 |
onderstuk van een rijtuig |
trein:
vgl. Fr. train, 1. trein, spoortrein, spoor; - (...) 4. onderstel (van voertuigen).
trein (Q016p Lutterade)
|
het onderstuk van een rijtuig [trein] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21428 |
onderwijzeres |
juffrouw:
de juffrouw (Q016p Lutterade),
onderwijzeres:
ongerwiezeres (Q016p Lutterade)
|
een vrouwelijke leerkracht aan een lagere school (basisschool) [meesteres, tietepoot, metres, meesterse] [N 90 (1982)]
III-3-1
|