e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ondergronds toilet kiebel: kibǝl (Lutterade  [(Maurits)]   [Domaniale]) W.C.-gelegenheid ondergronds, gewoonlijk bestaande uit een ton met een deksel. [N 95, add.; monogr.] II-5
onderhands onderhands: onger änsch (Lutterade) onderhandsch [SGV (1914)] III-3-1
onderhemd hemd: ein schooan umme (Lutterade), umme (Lutterade) hemd [SGV (1914)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)] III-1-3
onderkabel onderkabel: oŋǝrkābǝl (Lutterade  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.] II-5
onderkerk onderkerk: ongerkirk (Lutterade) De ruimte, de kelder onder de gehele kerk [onderkerk?]. [N 96A (1989)] III-3-3
onderkraag onderkraag: oŋǝrkrāx (Lutterade) Het onderste gedeelte van de kraag dat niet in het zicht komt. Het materiaal voor de onderkraag is doorgaans dunne maar dichtgeweven stof. Traditioneel wordt hiervoor kleermakersvilt gebruikt (Het Beste Naaiboek, pag. 389). [N 59, 121b] II-7
onderkussen, peluw pulf: pøͅləf (Lutterade) peluw [SGV (1914)] III-2-1
ondersteunen het dak stutten: ǝt dāk štøtǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]), stutten zetten: štøtǝ zętǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Emma]) Houten of metalen ondersteuningen plaatsen. In de mijnen van Waterschei en Winterslag maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen "kaders zetten" en "stempels en belen bouwen". Met de eerste woordgroep duidt men het ondersteunen in galerijen aan, met de tweede het ondersteunen in pijlers. Het woordtype "apôyeren" wordt met name gebruikt in de mijnen van Beringen, Winterslag, Zolder, Houthalen en Waterschei (Vanwonterghem pag. 49). [N 95, 291; N 95, 321; N 95, 289; N 95, 575; monogr.; Vwo 63; Vwo 151; Vwo 560; Vwo 759; Vwo 808] II-5
onderstuk van een rijtuig trein: vgl. Fr. train, 1. trein, spoortrein, spoor; - (...) 4. onderstel (van voertuigen).  trein (Lutterade) het onderstuk van een rijtuig [trein] [N 90 (1982)] III-3-1
onderwijzeres juffrouw: de juffrouw (Lutterade), onderwijzeres: ongerwiezeres (Lutterade) een vrouwelijke leerkracht aan een lagere school (basisschool) [meesteres, tietepoot, metres, meesterse] [N 90 (1982)] III-3-1